Quote by John Gruen, in 'The Party's Over Now: Reminiscences of the fifties — New York's artists, writers, musicians, and their friends'; Viking Press, 1972 - ISBN 0-916366-54-5; as cited by by Grace Glueck, in 'New York Times', 2011
1970s - 1980s
Quotes about painter
page 2
Source: 1940 - 1950, The Plasmic Image 1. 1943-1945, p. 140

written text with brush, in her paintings JHM no. 4640 + 4641 + 4642 + 4643: in 'Life? or Theater..', p. 522-525
Charlotte Salomon - Life? or Theater?

translation from Dutch, Fons Heijnsbroek, 2018
version in Dutch / citaat van Jacoba van Heemskerck, in het Nederlands vertaald: Ik begrijp niet hoe veel schilders zo kortzichtig kunnen zijn kunst uit vroegere perioden als volkomen waardeloos aan te merken. Elke kunst is een uiting van een tijdperk en alleen daarom al interessant. Een Rembrandt is andere wegen gegaan maar heeft zeker ook de hoogste doelen nagestreefd. Dat men beweren kan: een schilder hoeft bij het schilderen van een Bild geen voorstelling te hebben, is onzin. Zeker heeft een kunstenaar, als hij werkelijk artiest is, altijd een innerlijke drang een Bild te scheppen en ziet dus een Bild voor zich dat hij misschien niet altijd verklaren kan omdat diepere gevoelens heel moeilijk in woorden te vatten zijn, maar een voorstelling heeft hij - anders maakt hij schilderijen en is het puur hersenwerk. En intellectuele kunst staat mij zeer tegen. Abstracte kunst is niet op zich zelf staand te maken. Men voelt verscheidene vormen in hun innerlijke samenhang. Bijvoorbeeld: bij het lezen van een sprookje kan ik de ingeving krijgen een bos in geheel abstracte vormen met boommotieven te schilderen. Elke abstracte vorm heeft voor mij een innerlijke betekenis.
Quote of Jacoba van Heemskerck in her letter of 1 May 1920, to Gustave Bock in Giessen, Germany; as cited in Jacoba van Heemskerck van Beest, 1876 – 1923: schilderes uit roeping, A. H. Huussen jr. (ed. Marleen Blokhuis), (ISBN: 90-400-9064-5) Waanders, Zwolle, 2005, p. 168
1920's

"105 Years of Illustrated Text" in the Zoetrope All-Story, Vol. 5 No. 1.
105 Years of Illustrated Text

Quote from interview: 'Robert Rauschenberg talks...', Maxime de la Falaise McKendry, 6 May 1976, p. 34
1970's

“If you don't have a friend who's a painter, you're in trouble.”
Cited as having said that to John Cage in 1952 in Begin Again: A Bibliography of John Cage by Kenneth Silverman, p. 96 https://books.google.com/books?id=i11wgznLRZIC&pg=PA79&hl=pl&source=gbs_toc_r&cad=3#v=onepage&q&f=true.

Source: 21st Century, Robert Rauschenberg, Works, Writings and Interviews, 2006, p. 37

1870 - 1903, his lecture 'Ten O'Clock' (1885)
Source: James McNeill Whistler (1834–1903), Weinberg, H. Barbara, 'Heilbrunn Timeline of Art History'. New York: The Metropolitan Museum of Art, 2000–. http://www.metmuseum.org/toah/hd/whis/hd_whis.htm (April 2010)

n.p.
1961 - 1980, Oral history interview with Philip Guston, 1965 January 29

quoted by Liane Lefaivre and Alexander Tzonis, in The Emergence of Modern Architecture: A Documentary History from 1000 to 1810 https://books.google.com/books?id=4xB9k7-Neb8C&pg=PT184; Routledge, New York, 2004) p. 165
Source: 1950s, The painter and the audience' (1954), p. 107

Source: 1961 - 1980, transcript of a public forum at Boston university', conducted by Joseph Ablow 1966, pp. 73-75

quotes from Appel's poem '..and now I want to talk about Willem de Kooning, February 1990 http://beeldgedicht.info/Reprocitaat/appel-kooning.htm

"Replying to Listeners" http://www.paulrossen.com/paulinekael/replylisteners.html, broadcast on KPFA (January 1963).

Quote of Camille Pissarro, in a letter to his son, 20 April 1891, in Camille Pissarro - Letters to His Son Lucien, ed. John Rewald, with assistance of Lucien Pissarro – (translated from the unpublished French letters by Lionel Abel); Pantheon Books Inc. New York, second edition, 1943, p. 163
1890's
Homage to the square' (1964), Oral history interview with Josef Albers' (1968)

translation from the Dutch original: Fons Heijnsbroek
version in original Dutch / citaat van Paul Gabriël, in Nederlands: Alhoewel ik er zelf wat knorrig uit kan zien houd ik er veel van dat het zonnetje in het water schijnt, maar buiten dat ik vind mijn land gekleurd en wat mij bijzonder opviel wanneer ik uit den vreemde kwam: ons land is gekleurd sappig vet, vandaar onze schoone gekleurde en gebouwde runderen, hun vleesch melk en boter, nergens vind men dat zoo maar ze worden ook door dat sappige vette en gekleurde land gevoed - ik heb vreemdelingen dikwijls horen zeggen, die Hollandsche schilders schilderen allemaal grijs en hun land is groen.. ..hoe meer ik opserveer hoe gekleurder en transparanter de natuur word en dan de lucht erbij gezien een heel ander iets en toch zoo in harmonie, het is verrukkelijk wanneer men heeft leeren zien, want ook dat moet geleerd worden, ik herhaal het ons land is niet grijs, zelfs niet bij grijs weer, de duinen zijn ook niet grijs.
written note of Paul Gabriël, 1901; as cited in De Haagse School. Hollandse meesters van de 19de eeuw, ed. R. de Leeuw, J. Sillevis en C. Dumas); exhibition. cat. - Parijs, Grand Palais / Londen, Royal Academy of Arts / Den Haag, Haags Gemeentemuseum, Parijs, Londen, Den Haag 1983, p.183 - 23
after 1900

Quote of Camille Pissarro, in a letter, Eragny, 23 January 1887, to his son Lucien; in Camille Pissarro - Letters to His Son Lucien ed. John Rewald, with assistance of Lucien Pissarro; from the unpublished French letters; transl. Lionel Abel; Pantheon Books Inc. New York, second edition, 1943, p. 97
1880's

Source: 1879-1884, T-Lautrec, by Henri Perruchot, p. 60 - quote in a letter to his friend Etienne Devismes, Summer of 1881
his friend Etienne Devismes had just finished a novel 'Cocotte', and asked Lautrec to illustrate it. Lautrec made twenty-three pen and ink drawings and sent them to Devismes with a letter

Quote from Kirchner's Diary, 1923; as cited in Expressionism, de:Wolf-Dieter Dube; Praeger Publishers, New York, 1973, p. 28-29
1920's

Quote from Mondrian's letter to H. P. Bremmer, Paris 29 January 1914; ; as cited in Mondrian, - The Art of Destruction, Carel Blotkamp, Reaktion Books LTD. London 2001, p. 81
1910's

"The Artist of the Beautiful" (1844)
Gallery Notes, Allbright-Knox Art Gallery, Vol. 24 summer 1961 pp. 9-14; as quoted in Abstract Expressionism Creators and Critics, edited by Clifford Ross, Abrams Publishers New York 1990, p. 197
1960s

1930s, On my Painting (1938)

Gordon Brown, 'Albert Marquet', Arts Magazine Vol. 46, November 1971, p. 49.
Source: Dictionary of Burning Words of Brilliant Writers (1895), P. 104.

Quote in Cezanne's letter to his son Paul, a few months before his death; as quoted in The Private Lives of the Impressionists Sue Roe; Harper Collins Publishers, New York, 2006, p. 268
Quotes of Paul Cezanne, after 1900

The Hague, 1882
version in original Dutch (citaat van Breitner's brief, in het Nederlands:) Ik zelf, ik zal de menschen schilderen op de straat en in de huizen, de straten en de huizen die ze gebouwd hebben, 't leven vooral. Le peintre du peuple zal ik trachten te worden, of liever ben ik al, omdat ik 't wil. Geschiedenis wil ik schilderen en zal ik ook, maar de geschiedenis in haren uitgebreidsten zin. Een markt, een kaai, een rivier, een bende soldaten onder een gloeiende zon of in de sneeuw.. (Den Haag, 1882)
Quote of Breitner, in his letter to A.P. van Stolk nr. 24, 28 March 1882, (location: The RKD in The Hague); as quoted by Helewise Berger in Van Gogh and Breitner in The Hague, her Master essay in Dutch - Modern Art Faculty of Philosophy University, Utrecht, Febr. 2008]], (translation from the original Dutch, Anne Porcelijn) p. 6.
this quote dates from Breitner's period in The Hague and suggests that Breitner based his ideas for subjects and methods on French Realism in literature, similar to Vincent van Gogh; they read the same novels; lending them to each other. Together they went also through the lower neighborhoods of The Hague, c 1882, sketching and drawing the people
before 1890

Quote, recorded by Madame Aviat; as cited in Corot, Gary Tinterow, Michael Pantazzi, Vincent Pomarède - Galeries nationales du Grand Palais (France), National Gallery of Canada, Metropolitan Museum of Art (New York, N.Y.), 1996, p. 272-73 – quote 69
1860s

Discourse no. 6, delivered on December 10, 1774; vol. 1, p. 150.
Discourses on Art

Quote from Moore's letter, (15 Jan. 1955); as cited in Henry Moore on Sculpture: a Collection of the Sculptor's Writings and Spoken Words, ed. Philip James, MacDonald, London 1966, p. 250
1940 - 1955

Source: Quotes of Salvador Dali, 1931 - 1940, My Pictorial Struggle', S. Dali, 1935, Chapter: 'My Pictorial Struggle', pp. 12-13

Joint statement with Adolph Gottlieb, to Edwin A. Jewell, often referred to as a Manifesto. (written 7 June 1943; published 13 June 1943)
1940's

Quote in Van Doesburg's article 'Elementarism', as cited in De Stijl – Van Doesburg Issue, January 1932, pp. 17–19
1926 – 1931

Quote, 1914, in 'Functions of Painting by Fernand Leger'; p. 14
Quotes of Fernand Leger, 1910's, Contemporary Achievements in Painting, 1914

Part 4: "The Abacus and the Rose" (p. 103)
Science and Human Values (1956, 1965)

from his Letters 263-264. circa 1801; in Goya, A life in Letters, edited and introduced by Sarah Simmons; translations by Philip Troutman, London, Pimlico, 2004
Early 1801 - Goya was then First Painter of the Court - the artist is sent to check the results of some restoration operated on works belonging to the Spanish crown. His 263-264 letters reveal the total opposition of Goya against any cleaning or restoration of older paintings
1800s

Quote in his letter to brother Theo, from Arles, France, 3 May 1889; as quoted in Vincent van Gogh, edited by Alfred H. Barr; Museum of Modern Art, New York, 1935 https://www.moma.org/documents/moma_catalogue_1996_300061887.pdf, (letter 590), p. 33
1880s, 1889

Quote in a conversation with Vollard in Cezanne's studio in Aix - after the death of Zola in 1902; as quoted in Cézanne, Ambroise Vollard, Dover publications Inc. New York, 1984, p. 74
Quotes of Paul Cezanne, after 1900

as quoted by de:Wolf-Dieter Dube, in Expressionism; Praeger Publishers, New York, 1973, p. 102
1920 - 1930

25 January 1857 (p. 346)
1831 - 1863, Delacroix' 'Journal' (1847 – 1863)

Quote of Russolo in: Le Futurisme: Création et avant-garde, Giovanni Lista, 2001; as cited in Futurism, ed. By Didier Ottinger; Centre Pompidou / 5 Continents Editions, Milan, 2008, p. 47.
undated quotes

Quote of Berthe Morisot, 1885; as cited in Impressionist quartet, ed. Jeffrey Meyers; publishers, Harcourt, 2005, p. 94
Edgar Degas was the organizing force of most Impressionist exhibitions; this one never took place
1881 - 1895

Source: undated quotes, Renoir – his life and work, 1975, p. 196 : on painting landscape in open air, to art-buyer George Riviere.

“A painter is someone who can't use words. His only escape is to be a seer.”
1960's, Conversations with Samuel Beckett and Bram van Velde' (1965 - 1969)

In a letter to the management of the State Jewish Kamerny Theater, 1921, as quoted in Marc Chagall - the Russian years 1906 – 1922, editor Christoph Vitali, exhibition catalogue, Schirn Kunsthalle Frankfurt, 1991, p. 89
1920's

[Gold Coast Bulletin staff, The 2012 Yoohoo Awards, Gold Coast Bulletin, 29 December 2012, 34, Queensland, Australia, News Limited]
About

a catalog-text for his first major graphic show, November 1917; as quoted in Max Beckmann, Stephan Lackner, Bonfini Press Corporation, Naefels, Switzerland, 1983, p. 14
1900s - 1920s

Source: Quotes of Paul Cezanne, after 1900, Cézanne, - a Memoir with Conversations, (1897 - 1906), p. 153, in: 'What he told me – I. The motif'

statement for catalogue of 'Forum exhibition 1916', reprinted in On art, p. 66-67; as quoted in Marsden Hartley, by Gail R. Scott, Abbeville Publishers, Cross River Press, 1988, New York p. 57
1908 - 1920

In a letter to Claude Monet, 1880; quoted by Geffroy: Claude Monet, vol. I, p. 175; as quoted by John Rewald, in Georges Seurat', a monograph https://ia800607.us.archive.org/23/items/georges00rewa/georges00rewa.pdf; Wittenborn and Compagny, New York, 1943. p. 15
In 1880 an exhibition of the works of Claude Monet had - as Signac was to say later - 'decided his career,' - and after his first efforts as an impressionist Signac had ventured to appeal to Monet, writing him this sentence in his letter

Quote of De Vlaminck; as cited in Vlaminck, Klaus G. Perls, The Hyperion Press, New York 1941, p. 51
To support his family of four, De Vlaminck had to find other means by which to earn a living, and ended up taking several other jobs, including working as a billiards players, a writer, a general worker, and even a cyclist
Quotes undated
Source: Art on the Edge, (1975), p. 230, Art on the Edge (1975) "Shall These Bones Live?: Art Movement Ghosts"

1950's, Is today's artist with or against the past, (1958)
Quote in his letter to Hans Richter, c. 1916; as quoted in 'Hannover-Dada' by Hans Richter; as quoted in I is Style, ed. Siegfried Gohr & Gunda Luyken, commissioned by w:Rudi Fuchs, director of the Stedelijk Museum Amsterdam, NAI Publishers, Rotterdam 2000, p. 151
1910s

Source: Quotes of Paul Cezanne, after 1900, Cézanne, - a Memoir with Conversations, (1897 - 1906), p. 208 in: 'What he told me – III. The Studio'
Source: Artists talks 1969 – 1977, p. 27 - quote referring to his close art-friend, American Minimal Art artist Frank Stella

= Delacroix
Quote in 'Gazette des Beaux-Arts', Vol. xvi, (if I remember correctly)
Quotes, 1881 - 1890, Letter to Félix Fénéon', June 1890

In Suspect Terrain (1983), reprinted in Annals of the Former World (2000) page 209.

You may conceive, then, what a "white sheet" would do for me, impressed as I am with these notions.
Letter to Rev. John Fisher (23 October 1821), as quoted in Richard Friedenthal, Letters of the great artists – from Blake to Pollock (Thames and Hudson, London, 1963), p. 42
1820s

Source: Quotes of Paul Cezanne, after 1900, Cézanne, - a Memoir with Conversations, (1897 - 1906), p. 198 in: 'What he told me – II. The Louvre'

Quote from Degas' letter to Cornelie Morisot (mother of Berthe Morisot), Spring 1873; as cited in The private lives of the Impressionists, Sue Roe, Harpen Collins Publishers, New York 2006, p. 119
1855 - 1875

version in original Dutch / citaat van Bilders' brief, in het Nederlands: Veel schilderijen staan op stapel, verscheidene half gereed, de andere bijna vernist, met de naam eronder. Een voornaam punt is hoe een schilderij uitvalt, een even voornaam punt wanneer, hoe en aan wie het verkocht wordt. Van deze drie punten is het 'wanneer', op dit ogenblik tenminste, voor mij weer het voornaamste. Vervolgens het 'hoe', in de zin van 'hoeveel'. Aan 'wie', is weelde of brooddronkenheid, als van iemand die lange tijd niets te eten heeft gehad en er dan nog over gaat denken, bij wie hij het liefst zijn buik gaat vullen.. ..Hoe gemeen! Schilders zijn geringe lui. Hard!
Source: 1860's, Vrolijk Versterven' (from Bilders' diary & letters), p. 36 - quote from Bilders' diary, 5 March 1860, (Amsterdam)

Quote in Delacroix's Journal of 19 September 1847; as cited in Artists on Art – from the 14th – 20th centuries, ed. by Robert Goldwater and Marco Treves; Pantheon Books, 1972, London, p. 229
1831 - 1863

Quote of Berthe Morisot, 1884; as cited in Impressionist quartet, ed. Jeffrey Meyers; publishers, Harcourt, 2005, pp. 124-125
1881 - 1895

Source: 1963 - 1967, What Is Pop Art? Interviews with Eight Painters, Part 1 (1963), pp. 116-19

In his letter to his brother Theo, from The Hague, Monday, 13 February 1882, http://vangoghletters.org/vg/letters/let204/letter.html, from the original letter; location and translation: Van Gogh museum, Amsterdam]]
1880s, 1882

letter to his friend Don Martín Zapater https://www.wikidata.org/wiki/Q3915977, June 1786; as quoted by Robert Hughes, in: Goya. Borzoi Book - Alfred Knopf, New York, 2003, p. 81
Goya was already forty then; the four painters should paint the designs of all the new tapestries for the royal palace; their designs were then woven in the Royal Tapestry Factory
1780s

translation from original Dutch text: Fons Heijnsbroek
version in original Dutch (citaat uit de brief van Jozef Israëls, in het Nederlands): Hij [de schilder J.A. Kruseman te Amsterdam] gaat zeer amical met zijn discipelen om zonder zijn meesterschap aan minachting bloot te stellen. Ik zie hem nu en dan wel eens schilderen. En kom in zijn atelier bijna dagelijksch. Gij moet namenlijk weten dat zijn leerlingen niet in dezelfde kamer zitten te werken waar de groote man zit.. .Soms gaan er wel een of 2 dage voorbij dat hij het werk niet komt zien, hij laat de leerlingen meest hun eigen manier volgen.. .Hij zegt mij Gode zij dank gevoel en dispositie toe..
In a letter of Jozef Israels from Amsterdam, 16 July 1843, to his friend, pharmacist Essingh in Groningen; from R.K.D. Archive, A.S. Kok, The Hague
Quotes of Jozef Israels, 1840 - 1870

Quote of Fromentin, as cited by Sarah Anderson in Between Sea and Sahara: An Orientalist Adventure, 'Chapter IV', Eugène Fromentin, (1859); transl. Blake Robinson; publisher I.B. Tauris 2004, p. 4

Charlotte Brontë, on Modern Painters, Vol. 1 (1843), by John Ruskin. Letter to W. S. Williams (31 July 1848) The Letters of Charlotte Brontë

Quote from Rousseau's letter to Ziem, 1856; as cited in The Barbizon School of Painters: Corot, Rousseau, Diaz, Millet, Daubigny, etc., by D. C. Thomson; Scribner and Welford, New York 1890 – (copy nr. 78), pp. 135-136
The quiet life at Barbizon was at this time broken by the death of the only son of Díaz, and by the mental distortion of Rousseau's own wife
1851 - 1867

this marks the end of the mural period.
n.p.
1961 - 1980, Oral history interview with Philip Guston, 1965 January 29
Homage to the square' (1964), Oral history interview with Josef Albers' (1968)

Discourse no. 8, delivered on December 10, 1778; vol. 1, p. 247.
Discourses on Art

As quoted in The Quotable Artist (2002) by Peggy Hadden, p. 71.
As quoted in The Quotable Artist (2002) by Peggy Hadden, p. 72.
undated quotes
Variant: They who are compelled to paint by force, without being in the necessary mood, can produce only ungainly works, because this profession requires an unruffled temper.

translation from the original Dutch, Fons Heijnsbroek
version in original Dutch (citaat van Breitner's brief, in het Nederlands:) ..Een markt een kaai een rivier. een bende soldaten.. ..is net zoo goed en meer geschiedenis dan 'De nichtjes van Spinoza komen hem bezoeken vergezeld door hunne mamma'. O! dat ik nog eens kon zeggen als Munkaczy: ik heb bijna alles geschilderd wat ik droomde toen ik 12 jaar was. dat kan hij zeggen hem die ik voor de grootste schilder hou wat ze hier ook mogen zeggen. Ik hoop dat U nog eens een waar schilderij van me moogt zien, niet een van de velen die ik zal moeten maken en ook wel iets is, maar iets waarachtigsch grootsch. Allemaal verspild vuur.
quote of Breitner in a letter to his Maecenas A.P. van Stolk, 28 March 1882; original text in RKD-Archive, The Hague https://rkd.nl/explore/excerpts/597
before 1890

Quote from an interview in 'Elsevier', 22 December, 1990; translated and quoted by Frank van der Ploeg, in 'The Low Countries'. Jaargang 12 (2004) http://www.dbnl.org/tekst/_low001200401_01/_low001200401_01_0027.php
Source: Henri Cartier-Bresson: Interviews and Conversations, 1951-1998, The Main Thing Is Looking: Interview with Alain Desvergnes (1979), p. 75

As quoted by Gustav Stickley (1911). The Craftsman http://digicoll.library.wisc.edu/cgi-bin/DLDecArts/DLDecArts-idx?type=article&did=DLDecArts.hdv20n06.i0027&id=DLDecArts.hdv20n06&isize=text, Volume 20. United Crafts, p. 631

Quote from 'On the Possibilities of Painting,' lecture, Sociétés des études philosophiques et scientifiques pour l'examen des idées nouvelles, Sorbonne, Paris (1924-05-15), printed in the Transatlantic Review, # 16 (June 1924), pp. 482-488; trans. Douglas Cooper in Horizon, # 80 (August 1946), pp. 113-122