
"Skin on Skin", Lullabies to Paralyze (2005)
Lyrics, Queens of the Stone Age
"Skin on Skin", Lullabies to Paralyze (2005)
Lyrics, Queens of the Stone Age
Quote of Nolde's letter, 1902, to Hans Fehr; as cited in Expressionism, a German intuition, 1905-1920, Neugroschel, Joachim; Vogt, Paul; Keller, Horst; Urban, Martin; Dube, Wolf Dieter; (transl. Joachim Neugroschel); publisher: Solomon R. Guggenheim Foundation, New York, 1980, p. 35
During the next few years, Nolde virtually commuted between Copenhagen and Berlin; in the fishing village of Lildstand on Jutland's northern coast, he produced strange pencil drawings, as he wrote to Fehr
1900 - 1920
translation from Dutch, Fons Heijnsbroek, 2018
version in Dutch / citaat van Jacoba van Heemskerck, in het Nederlands vertaald: Ik begrijp niet hoe veel schilders zo kortzichtig kunnen zijn kunst uit vroegere perioden als volkomen waardeloos aan te merken. Elke kunst is een uiting van een tijdperk en alleen daarom al interessant. Een Rembrandt is andere wegen gegaan maar heeft zeker ook de hoogste doelen nagestreefd. Dat men beweren kan: een schilder hoeft bij het schilderen van een Bild geen voorstelling te hebben, is onzin. Zeker heeft een kunstenaar, als hij werkelijk artiest is, altijd een innerlijke drang een Bild te scheppen en ziet dus een Bild voor zich dat hij misschien niet altijd verklaren kan omdat diepere gevoelens heel moeilijk in woorden te vatten zijn, maar een voorstelling heeft hij - anders maakt hij schilderijen en is het puur hersenwerk. En intellectuele kunst staat mij zeer tegen. Abstracte kunst is niet op zich zelf staand te maken. Men voelt verscheidene vormen in hun innerlijke samenhang. Bijvoorbeeld: bij het lezen van een sprookje kan ik de ingeving krijgen een bos in geheel abstracte vormen met boommotieven te schilderen. Elke abstracte vorm heeft voor mij een innerlijke betekenis.
Quote of Jacoba van Heemskerck in her letter of 1 May 1920, to Gustave Bock in Giessen, Germany; as cited in Jacoba van Heemskerck van Beest, 1876 – 1923: schilderes uit roeping, A. H. Huussen jr. (ed. Marleen Blokhuis), (ISBN: 90-400-9064-5) Waanders, Zwolle, 2005, p. 168
1920's
"105 Years of Illustrated Text" in the Zoetrope All-Story, Vol. 5 No. 1.
105 Years of Illustrated Text
“.. people always talk about painting, because basically painting does not talk.”
Karel Appel defines his painting', interview 1968
Israels in his letter to Amercian art-sellers Moulton & Ricketts, 27 June 1910; as cited in Jozef Israëls, 1824 – 1911, ed. Dieuwertje Dekkers; Waanders, Zwolle 1999, p. 188
Quotes of Jozef Israels, after 1900
Clyfford Still, interview with Ti Grace Sharpless, 1963; as quoted in Abstract Expressionism Creators and Critics, edited by Clifford Ross, Abrams Publishers New York 1990, p. 200
1960s
Description of his portrait of Australia Prime Minister Julia Gillard, his submission to the Bald Archy Prize — cited in: [Artists brush up on wit for poke at awards, Canberra Times, 12 February 2011, Federal Capital Press of Australia Ltd., Australia]
In many works by the greatest colourists — Rembrandt and Watteau are examples — there are very few identifiable colours.
Source: The Romantic Rebellion (1973), Ch. 10: Turner II: The Liberation of Colour
Source: 1925 - 1940, The sculptor speaks' (1937), pp. 254-255
translation from original Dutch: Fons Heijnsbroek
(original Dutch: citaat van Willem Roelofs, in het Nederlands:) Schepen, huizen, molens eb in één woord alles, wat door menschen gemaakt is, moet recht staan en met zorg geschilderd worden. Dit staat juist zeer goed tegenover andere, minder symmetrische dingen, als boomen, luchten enz. Het maakt het schilderij wel niet, maar draagt toch bij tot de illusie. 't Is er net mee, als met iemand, die keurig gekleed is, maar wiens das los zit. De ramen van een huis moeten recht, een molen zuiver van constructie zijn, de wieken in het perspectief staan.
Quote of Roelofs; as cited by H.F.W. Jeltes, in Willem Roelofs : bizonderheden betreffende zijn leven en zijn werk, met brieven en andere bijlagen, Van Kampen, Amsterdam, 1911, pp. 86-87
undated quotes
a written note; as quoted in Edvard Much – behind the scream, Sue Prideaux; Yale University Press, New Haven and London, 2007, p. 41
after 1930
Source: Art Talk, Conversations with 15 woman artists 1975, p. 93.
Quote in La Pittura dei suoni, rumori, odori Carrà, 11 Aug 1913, as quoted in Futurism, ed. By Didier Ottinger; Centre Pompidou / 5 Continents Editions, Milan, 2008, p. 142
1910's
In Mondrian's letter to Theo van Doesburg, Paris, 16 September 1919; as quoted in Mondrian, - The Art of Destruction, Carel Blotkamp, Reaktion Books LTD. London 2001, p. 171
1910's
In an interview with w:David Sylvester (1960), edited for BBC broadcasting: first published in 'Living Arts', April 1964; as quoted in Interviews with American Artists, by David Sylvester; Chatto & Windus, London 2001, p. 8
1960s
after 2000, Gerhard Richter: An Artist Beyond Isms' (2002)
In an interview (March 1960) with David Sylvester, edited for broadcasting by the BBC first published in ‘Living Arts, June 1963; as quoted in Interviews with American Artists, by David Sylvester; Chatto & Windus, London 2001, p. 33
1960s
In a letter to Mabel Dodge Luhan, Taos, August 1929; as quoted in Voicing our visions, – Writings by women artists, ed. Mara R. Witzling, Universe New York, 1991, p. 226
1917 - 1929
Kirchner; as quoted in Ernst Ludwig Kirchner: ein Künstlerleben in Selbstzeugnissen, Andreas Gabelmann (Claire Louise Albiez, translation); Hatje Cantz Verlag, Ostfildern, Germany 2010, p. 28
undated
Quote in a letter to Delacroix' friend Charles Soulier, 11 March 1828; as quoted in Letters of the great artists – from Blake to Pollock, Richard Friedenthal, Thames and Hudson, London, 1963, pp. 67-68
1815 - 1830
Quote in a conversation with Vollard, along the river near Aix, 1896; as quoted in Cezanne, by Ambroise Vollard, Dover publications Inc. New York, 1984, p. 74
Quotes of Paul Cezanne, 1880s - 1890s
Source: 1917 - 1929, Letter to Ettie Stettheimer' (August 1929), p. 227
Source: 21st Century, Robert Rauschenberg, Works, Writings and Interviews, 2006, p. 37
“We are going to have perhaps a thousand years of non-representational painting.”
1950s, Conversations With Artists, 1957
"Verse Chronicle," The Nation (23 February 1946); reprinted as "Bad Poets" in Poetry and the Age (1953)
General sources
[Oh, Baby, Was X-Tina Ragin', New York Daily News, 24 February 2008, Jo Piazza, 18, Daily News L.P.]
About
Letters by Roger Fry (496 - 497) Chatto and Windus ISBN 9780701115999
Art Quotes
n.p.
1961 - 1980, Oral history interview with Philip Guston, 1965 January 29
A Chinaman in My Bath
Quote in 'The Listener', 13 November 1941, pp. 657-9; as cited in Henry Moore writings and Conversations, ed. Alan Wilkinson, University of California Press, California 2002, p. 126
1940 - 1955
As quoted in "The Conceptual Artist" Inside Switzerland magazine Individuals (Summer 2006), p. 23
Degrees: Thought Capsules and Micro Tales (1989)
quoted by Liane Lefaivre and Alexander Tzonis, in The Emergence of Modern Architecture: A Documentary History from 1000 to 1810 https://books.google.com/books?id=4xB9k7-Neb8C&pg=PT184; Routledge, New York, 2004) p. 165
version in original Dutch: Begin maar, je palet helpt je wel voort. (als je tobde over een schilderij of ertegenop zag om te beginnen)
Quoted by Maria Bilders-van Bosse, in her letter to A.C. Loffelt, 23 June 1895; from an excerpt of this letter https://rkd.nl/nl/explore/excerpts/763 in RKD-Archive, The Hague
his usual reaction if you worried about a painting or dread to start painting
posthumous quotes
Godfrey of Bulloigne, or the Recoverie of Hierusalem (1594), Canto II, stanza 96
“I do not paint by copying nature. Everything I do springs from my wild imagination.”
Source: 1890s - 1910s, The Writings of a Savage (1996), p. 22: quote in a letter to Ambroise Vollard, 1900
Source: 1950s, The painter and the audience' (1954), p. 107
“Sculpture and painting are moments of life. Poetry is life itself.”
On poetry
Quote in an unpublished letter to Delacroix' brother, 18 October 1830, but mentioned by M. Sérullaz; as quoted in Eugene Delacroix – selected letters 1813 – 1863, ed. and translation Jean Stewart, art Works MFA publications, Museum of Fine Art Boston, 2001, p. 13
1815 - 1830
Quote in his letter to brother Theo, from Nuenen, The Netherlands, Spring 1885; as quoted in Vincent van Gogh, edited by Alfred H. Barr; Museum of Modern Art, New York, 1935 https://www.moma.org/documents/moma_catalogue_1996_300061887.pdf, p. 7 (letter 399)
1880s, 1885
1984, p. 5
L’Art Corporel, 1979
Source: 1961 - 1980, transcript of a public forum at Boston university', conducted by Joseph Ablow 1966, pp. 73-75
Ira Levinson, Chapter 28, p. 326-327
2009, The Longest Ride (2013)
version in Dutch (citaat van Jozef Israëls, in het Nederlands): Ik heb eigenlijk niets in huis.. ..ze halen de boel bij me weg, haast nog voordat het àf is.. .Die Joodsche Wetschrijver daar, is aan Buffa verkocht, en hij is nog lang niet hàlf af. En die 'Kolen lossen' is ook al weg.. Dàn heb ik daar ' De Maaiers', pas opgezet.. .En die teekening hier, die zal óók wel goed worden!.. .Dat wordt een groot schilderij: een 'Joodsche Bruiloft', - het moment dat de bruidegom zijn bruid den ring aan den vinger steekt.. .Je ziet [er] nog niet veel àn, vin-je wel?.
Quote of Israëls, 1901-02; as cited by N.H. Wolf, in 'Bij onze Nederlandsche kunstenaars. IV. - Jozef Israëls, Grootmeester der Nederlandsche Schilders', in Wereldkroniek, 8 Feb. 1902
Wolf was visiting Israëls in his studio in The Hague as preparation for his coming article on the old artist
Quotes of Jozef Israels, after 1900
translation, Fons Heijnsbroek, 2018
version in original Dutch / citaat van Jopie Huisman, in het Nederlands: Ik voel me verantwoordelijk, omdat er zoveel mensen tegen me aan leunen. Ik kan die paal natuurlijk niet voor ze wegzagen, dan vallen ze om. Ik zie toch dat die mensen er behoefte aan hebben! Een voortdurend gevecht, een beproeving, want als ik iets zeg moet ik het waarmaken. Schilderen is op deze manier een religieuze aangelegenheid. Door mijn werken ontstaat een bewustzijn, dat troost biedt.. .Het moet voor 't licht komen. Zo'n mens van tachtig dat er nog nooit ook maar één seconde aan heeft gedacht een museum binnen te wandelen. Herkenning.
Mens & Gevoelens: Jopie Huisman', 1993
In 1960; pp. 55-57
1960 -1964, "Yves Klein, 1928 – 1962, Selected Writings"
Quote from Friedrich's writings Thoughts on Art, Caspar David Friedrich; as cited in Letters of the great artists – from Blake to Pollock, Richard Friedenthal, Thames and Hudson, London, 1963, p. 32
Variant translation:
The artist's feeling is his law. Pure sensibility can never be Unnatural; it is always in harmony with nature. But the feelings of another must never be imposed on us as our law. Spiritual relationship produces artistic resemblance, but this relationship is very different from imitation. Whatever one may say about X.'s paintings, and however much they may resemble Y.'s, they originated in him and are his own. (** In: 'Caspar David Friedrich's Medieval Burials', Karl Whittington - http://www.19thc-artworldwide.org/spring12/whittington-on-caspar-david-friedrichs-medieval-burials)
undated
Source: Quotes of Paul Cezanne, after 1900, Cézanne, - a Memoir with Conversations, (1897 - 1906), p. 197 in: 'What he told me – II. The Louvre'
But nobody protested. That made me feel triumphant and joyous.
Images : My Life in Films (1990)
Source: Art Talk, Conversations with 15 woman artists 1975, p. 78.
quotes from Appel's poem '..and now I want to talk about Willem de Kooning, February 1990 http://beeldgedicht.info/Reprocitaat/appel-kooning.htm
Source: after 2000, Doubt and belief in painting' (2003), p. 93, note 24
“There's thieves among us
Painting the walls
All kinds of lies, and lies
I never told it all”
"Thieves".
Volume Two (2010)
Source: 1960's, What is Pop Art? Interviews with eight painters' (1963), pp. 25-27
quote from her Diaries, 1 October, 1902; as cited in Expressionism, a German intuition, 1905-1920, Neugroschel, Joachim; Vogt, Paul; Keller, Horst; Urban, Martin; Dube, Wolf Dieter; (transl. Joachim Neugroschel); publisher: Solomon R. Guggenheim Foundation, New York, 1980, p. 31
1900 - 1905
“Try to avoid painting in places where they still point at aeroplanes.”
Wall and Piece (2005)
Robert Barry (1980) in: Alexander Alberro (2003). Conceptual Art and the Politics of Publicity. Alberro noted: "Barry has since discussed the way in which this painting accented the structural support..."
“Every artist dips his brush in his own soul and paints his own nature into his picture.”
Proverbs from Plymouth Pulpit (1887)
“When Spring unlocks the flowers to paint the laughing soil.”
Hymn for Seventh Sunday after Trinity; reported in Hoyt's New Cyclopedia Of Practical Quotations (1922), p. 746.
1915 - 1925, Suprematism' in World Reconstruction (1920)
translation from original Dutch, Fons Heijnsbroek, 2018
(version in original Dutch / origineel citaat van Suze Robertson's brief:) Lieve Richard, Zo eeven kom ik thuis van een interieur [met mensen!]. Het was vandaag en gisteren vreeslijk donker toch heb ik vandaag nogal een goede studie gemaakt. Ik slaap altijd nog slecht en voel me daardoor zenuwachtig.. .Ik hoef nu niet voor lessen [tekenlessen die ze geeft] naar Den Haag te komen.. .hoe lang we hier [in Heeze] blijven, weet ik niet. Ik schrijf het je in elk geval vooruit. Als ik niet beter slaap denk ik voor mij niet lang meer.
Quote of a letter of Suze Robertson from Heeze, July/August 1904, to her husband Richard Bisschop in The Hague; as cited in Suze Robertson 1855-1922 – Schilderes van het harde en zware leven, exhibition catalog, ed. Peter Thoben; Museum Kemperland, Eindhoven, 2008, p. 11
1900 - 1922
“Artists who don't paint aren't artists.”
Milner, Frank (ed): The Stuckists Punk Victorian [National Museums Liverpool, 2005], p. 134
From The Stuckist Manifesto (1999) co-written with Billy Childish
translation from the original Dutch: Fons Heijnsbroek
version in original Dutch (citaat van Jozef Israëls' brief, in het Nederlands): .Ik wou echter als vriend van u nl:Johannes Bosboom een raad hebben dit namelijk of gij oordeelt dat ik mijne schilderij 'Ouden en Jongen' naar Brussel [tentoonstelling] zal zenden of niet. Ik dacht dat het een aardig schilderij was, maar nu las ik in het Handelsblad dat het zo slecht is. Wat is daarvan aan. Doe mij svp het genoegen mij hierop een woordje sans facon [zonder omwegen] te dienen, hoe gij het voor u zelf vindt.
Quote from his letter to J. Bosboom, from Bloemendaal, 27 June 1866 (HGA, input no. OV2, schildersbrieven (painter-letters)
Quotes of Jozef Israels, 1840 - 1870
Source: Real Presences (1989), III: Presences, Ch. 1 (p. 144).
Source: 1961 - 1980, transcript of a public forum at Boston university', conducted by Joseph Ablow 1966, p. 67
Source: De architectura (The Ten Books On Architecture) (~ 15BC), Book VII, Chapter X, Sec. 3
translation, Fons Heijnsbroek, 2018
version in original Dutch / citaat van Jopie Huisman, in het Nederlands: In 1946 zag ik voor het eerst een Van Gogh, uit z'n Franse tijd. Dàt was wat ik hier [in Friesland] altijd gevoeld had: de oneindigheid, het onvoorstelbare. Ik was verbouwereerd, [en] dacht: wie is hier in godsnaam bezig geweest? Roze strepen in een groene lucht, moet je es nagaan. Ultramarijn en karmijn in de bodem, een grote gele zon erachter..
Mens & Gevoelens: Jopie Huisman', 1993
on his painting 'The sick Child'
As quoted in 'From my rotting body, flowers shall grow, and I am in them, and that is eternity', Potter P. Emerg Infect Dis, 2011
after 1930
Origins Reconsidered: In Search of What Makes Us Human (1992)
Source: Quotes of Paul Cezanne, after 1900, Cézanne, - a Memoir with Conversations, (1897 - 1906), p. 68, in: 'What I know or have seen of his life'
from: 'Lebenserinnerungen', 1938
Source: 1936 - 1941, Life Memories' (1938), p. 20
Homage to the square' (1964), Oral history interview with Josef Albers' (1968)
translation from the Dutch original: Fons Heijnsbroek
version in original Dutch / citaat van Paul Gabriël, in Nederlands: Alhoewel ik er zelf wat knorrig uit kan zien houd ik er veel van dat het zonnetje in het water schijnt, maar buiten dat ik vind mijn land gekleurd en wat mij bijzonder opviel wanneer ik uit den vreemde kwam: ons land is gekleurd sappig vet, vandaar onze schoone gekleurde en gebouwde runderen, hun vleesch melk en boter, nergens vind men dat zoo maar ze worden ook door dat sappige vette en gekleurde land gevoed - ik heb vreemdelingen dikwijls horen zeggen, die Hollandsche schilders schilderen allemaal grijs en hun land is groen.. ..hoe meer ik opserveer hoe gekleurder en transparanter de natuur word en dan de lucht erbij gezien een heel ander iets en toch zoo in harmonie, het is verrukkelijk wanneer men heeft leeren zien, want ook dat moet geleerd worden, ik herhaal het ons land is niet grijs, zelfs niet bij grijs weer, de duinen zijn ook niet grijs.
written note of Paul Gabriël, 1901; as cited in De Haagse School. Hollandse meesters van de 19de eeuw, ed. R. de Leeuw, J. Sillevis en C. Dumas); exhibition. cat. - Parijs, Grand Palais / Londen, Royal Academy of Arts / Den Haag, Haags Gemeentemuseum, Parijs, Londen, Den Haag 1983, p.183 - 23
after 1900
note in Berthe's Journal, Jan. 1886; as quoted in The Private Lives of the Impressionists, Sue Roe; Harper Collins Publishers, New York, 2006, pp. 262-263
Berthe visited Degas in his studio
1881 - 1895
“The form of my painting is the content.”
as quoted in "Abstract Art", Anna Moszynska, Thames and Hudson 1990, p. 173
1969 - 1980
About the summer of Art Students League, New York 1913/14
1970s, Some Memories of Drawings (1976)
as quoted in Letters of the great artists – from Ghiberti to Gainsborough, Richard Friedenthal, Thames and Hudson, London, 1963, p. 233
1908 - 1920, On Mystery and Creation, Paris 1913
version in original Dutch / citaat van Bilders' brief, in het Nederlands: De meeste sympathie heb ik altijd voor dat schilderij van mij, wat de andere mensen het minst waardeert / bevalt. Dit geeft mij de indruk van een verstoteling en het neemt een romantisch-interessante hoedanigheid aan. Ik zet dit werk dan ook altijd voorop en wil iedereen bewijzen dat ie ongelijk heeft als hij deze niet boven al mijn andere werken waardeert. Dat is zeker nogal dwaas, en ik weet niet of het voortkomt uit 'esprit de contradiction' of uit medelijden. Het ongeluk heeft iets aantrekkelijks, men heeft er sympathie voor.
Source: 1860's, Vrolijk Versterven' (from Bilders' diary & letters), p. 40 - quote from Bilders' diary, 8 March 1860, written in Amsterdam
In his letter to brother Theo, from The Hague, The Netherlands in December 1881; as quoted in Vincent van Gogh, edited by Alfred H. Barr; Museum of Modern Art, New York, 1935 https://www.moma.org/documents/moma_catalogue_1996_300061887.pdf, p. 29 (letter 162)
1880s, 1881
Propositions, 2
also in a letter to 'The World', London 22 Mai, 1878; as quoted in Letters of the great artists – from Blake to Pollock, Richard Friedenthal, Thames and Hudson, London, 1963, p. 186
1870 - 1903, The Gentle Art of Making Enemies' (1890)
Gottlieb's comment on the attacks on artistic freedom in the United States, 1948
Quote from Gottlieb's lecture at Forum: the Artist Speaks, museum of Modern Art, New York, May 5, 1948.
1940s
(The Homeless, Psalm 85:10, p. 111).
Book Sources, ELEMENTAL, The Power of Illuminated Love (2008)
www.nytimes.com (February 2, 2007)
2007, 2008
[Barbara Cole, Putting fun back into sex, Daily News, South Africa, 8 February 2008, 5, Independent Online]
About
on his 'White Paintings'
1960's, I never thought of it as much of an ability,' (1968)
1950s, Rediscovering Lost Values (1954)
Quote from Kirchner's Diary, 1923; as cited in Expressionism, de:Wolf-Dieter Dube; Praeger Publishers, New York, 1973, p. 28-29
1920's
In his letter to Theo, from the Hague, c. 11 July 1883 - original manuscript at Van Gogh Museum, location Amsterdam - inv. nos. b322 a-c V/1962, http://vangoghletters.org/vg/letters/let361/letter.html
At the exhibition 'Les cent chefs d'oeuvre' at Galerie Georges Petit - in Paris, 1883 there were 9 paintings of Troyon. Vincent had asked Theo in Paris to give him a description of the works at this exhibition. Vincent already appreciated Troyon's painting style, which he knew from his Paris' years at art-gallery Goupil where he worked
1880s, 1883
Letter to William Purton (6 February 1836), as quoted in Leslie Parris and Ian Fleming-Williams, Constable (Tate Gallery Publications, London, 1993), p. 380
1830s
long quote from Duchamp's letter to his sister Suzanne Duchamp, New York, c. 15 Jan. 1916; as quoted in The Duchamp Book, ed. Gavin Parkinson, Tate Publishing, London 2008 pp. 157-158
1915 - 1925
In an interview by Henry Geldzahler, 'Art International 1.', February 1964, p. 48
1950 - 1968