“I strongly believe that antisemitism and Jewish chauvinism can only be fought simultaneously.”
Jewish History, Jewish Religion (1994)
Help us to complete the source, original and additional information
Israel Shahak 8
Israeli academic 1933–2001Related quotes

http://blogs.forward.com/avraham-burg/tags/edgar-m-bronfman/

But I am a Jew and glad to belong to the Jewish people, though I do not regard it in any way as chosen.
Letter to Central Association of German Citizens of the Jewish Faith, 3 [5] April 1920, as quoted in Alice Calaprice, The Ultimate Quotable Einstein (2010), p. 195; citing Israelitisches Wochenblatt, 42 September 1920, The Collected Papers of Albert Einstein, Vol. 7, Doc. 37, and Vol. 9, Doc 368.
1920s

Source: Dictionary of Burning Words of Brilliant Writers (1895), P. 23.

“One should not believe too strongly in a life which can easily vanish.”
Source: A Sport and a Pastime

Letter to Central Association of German Citizens of the Jewish Faith, 3 [5] April 1920, as quoted in Alice Calaprice, The Ultimate Quotable Einstein (2010), p. 195; citing Israelitisches Wochenblatt, 42 September 1920, The Collected Papers of Albert Einstein, Vol. 7, Doc. 37, and Vol. 9, Doc 368.<!-- obviously, parts of this can be taken out of context -->
1920s

translation from the original Dutch: Fons Heijnsbroek
version in Dutch (citaat van Jozef Israëls, in het Nederlands): ..een oorspronkelijke joodse kunst [kan] alleen tot stand komen, wanneer de joden eigen grond onder de voeten hebben en een vrij leven leiden [Bainin vroeg hem dan: 'is dat niet wat het Zionisme wil?'] Ja, het nl:Zionisme is een edele gedachte, maar wie weet of ze hun doel bereiken? Herzl heeft mij bezocht [in Den Haag, Oct. 1898], hij is een nobel mens en gelooft in zijn idee. Maar wie weet.. .Nu is het onze plicht het antisemitisme te bestrijden, tegen het onrecht en het geweld dat ons wordt aangedaan te protesteren.. ..wat het wezen is van de joodse kunst moeten schrijvers en kunstcritici maar bepalen: wij schilders moeten werken en niet filosoferen.
Quote in an interview with interviewer Bainin, 27 April 1902; as cited in Jozef Israëls, 1824 – 1911, ed. Dieuwertje Dekkers; Waanders, Zwolle 1999, p. 59
At the moment Jozef was working on his painting 'De joodse wetschrijver' or 'De Joodse Bruiloft'
Quotes of Jozef Israels, after 1900