
1946 - 1963, interview with John Richardson' (1957)
1946 - 1963, interview with John Richardson' (1957)
1946 - 1963, interview with John Richardson' (1957)
Source: 1890s - 1910s, The Writings of a Savage (1996), p. 130: quote in 1898
Osho, And The Flowers Showered (2003), , p. 204
Quoted in: Paul Jones (2011), The Sociology of Architecture: Constructing Identities. p. 47.
Other explanation by Picasso of the Guernica.
Quotes, 1930's
Israels in his letter to Amercian art-sellers Moulton & Ricketts, 27 June 1910; as cited in Jozef Israëls, 1824 – 1911, ed. Dieuwertje Dekkers; Waanders, Zwolle 1999, p. 188
Quotes of Jozef Israels, after 1900
translation, Fons Heijnsbroek, 2018
version in original Dutch / citaat van Jopie Huisman, in het Nederlands: ** Ik zat in de schuur en tekende een dode vogel, die ik op een kistje had neergelegd. Toen ging de schuurdeur open en kwam Kees binnen [een oud ijzerkoopman, al met pensioen].. ..Hij ging op zijn hurken naast me zitten.. ..Toen zei hij, na een korte stilte: 'Ben je aan het schilderen?'.. .. 'Het lijkt wel wat op die vogel'. Ik zei: 'Dat is voor mij een compliment, Kees, want die vogel probeer ik na te tekenen.' Stomverbaasd keek hij me aan en vroeg: 'Waarom doe je dat?' Wat moest ik daar nu op antwoorden? Ik zei: 'Ja, dat weet ik eigenlijk zelf ook niet'. Toen hees hij zichzelf overeind en zei 'Ik breng de rommel maandag wel bij je.' Hij liep naar de deur..
Source: Jopie de Verteller' (2010) - postumous, p. 27
version in original Dutch (origineel citaat van M.C. Escher, in het Nederlands): Mijn werk heeft niets met de mens, niets met psychologie te maken. Ik ben veel cerebraler dan Willink. Ik wens helemaal niet diep te zijn. Ik weet dat ik in dit werk niets verberg. Als Carel Willink een naakte juffrouw in een straat schildert, denk ik: wat heeft die juffrouw daar te maken?.. ..de gevels maken op mij de indruk van iets lugubers. Het is dus een lugubere straat. Mijn werk is niet luguber. Als je Willink vraagt: waarom zijn die naakte juffrouwen daar, krijg je geen antwoord. Bij mij krijg je altijd antwoord als je vraagt: waarom..
1960's, M.C. Escher, interviewed by Bibeb', 1968