The Hague, 1882
version in original Dutch (citaat van Breitner's brief, in het Nederlands:) Ik zelf, ik zal de menschen schilderen op de straat en in de huizen, de straten en de huizen die ze gebouwd hebben, 't leven vooral. Le peintre du peuple zal ik trachten te worden, of liever ben ik al, omdat ik 't wil. Geschiedenis wil ik schilderen en zal ik ook, maar de geschiedenis in haren uitgebreidsten zin. Een markt, een kaai, een rivier, een bende soldaten onder een gloeiende zon of in de sneeuw.. (Den Haag, 1882)
Quote of Breitner, in his letter to A.P. van Stolk nr. 24, 28 March 1882, (location: The RKD in The Hague); as quoted by Helewise Berger in Van Gogh and Breitner in The Hague, her Master essay in Dutch - Modern Art Faculty of Philosophy University, Utrecht, Febr. 2008]], (translation from the original Dutch, Anne Porcelijn) p. 6.
this quote dates from Breitner's period in The Hague and suggests that Breitner based his ideas for subjects and methods on French Realism in literature, similar to Vincent van Gogh; they read the same novels; lending them to each other. Together they went also through the lower neighborhoods of The Hague, c 1882, sketching and drawing the people
before 1890
George Hendrik Breitner: Paint
George Hendrik Breitner was Dutch painter and photographer. Explore interesting quotes on paint.
G.H. Breitner (translation from the original Dutch, Fons Heijnsbroek)
version in original Dutch (citaat van Breitner's brief, in het Nederlands:) Wat mij mankeert is de manier van schilderen, 't métier dat ik niet ken, en wat ik nu zie dat de Franschen zoo buitengewoon sterk bezitten. en wat ik wel geloof dat men hier leeren kan. Ik ben nu in Parijs. Wanneer iemand rijker is dan ik mij hier een jaar of een half jaar (voor een paar duizend francs) wil laten blijven, is mijn toekomst vrij wat zekerder, dan dat ik na acht daag weer naar Holland moet terugkeeren.. .Ik hoop dat U in staat zult zijn mijn wensch te verwezentlijken; ik stel ook genoeg vertrouwen in U dat ge dat doen zult als ge kunt. Met de meeste angst Uw brief te wachten, blijf ik' - tt G.H. Breitner.
In Breitner's letter to A.P. van Stolk from Paris, 5 Juin, 1884; as cited in Breitner en Parijs – master-thesis 9928758 https://dspace.library.uu.nl/handle/1874/8382, by Jacobine Wieringa, Faculty of Humanities Theses, Utrecht, p. 16
before 1890
translation from the original Dutch, Fons Heijnsbroek
Er is in wat ik maak geen waarborg, dat ik vooruit zal gaan.. ..terwijl beter geschoolde lui, ook al lijkt hun werk op het ogenblik niet zoo goed, veel eer, verder kunnen komen.
Breitner, quoted by Jan Veth, in Portretstudies en silhouetten, J. Veth; Amsterdam 1908, p. 204
Jan Veth is remembering Breitner's remark from an earlier walk they made together
1900 - 1923
translation from the original Dutch, Fons Heijnsbroek
version in original Dutch (citaat van Breitner's brief, in het Nederlands:) ..Een markt een kaai een rivier. een bende soldaten.. ..is net zoo goed en meer geschiedenis dan 'De nichtjes van Spinoza komen hem bezoeken vergezeld door hunne mamma'. O! dat ik nog eens kon zeggen als Munkaczy: ik heb bijna alles geschilderd wat ik droomde toen ik 12 jaar was. dat kan hij zeggen hem die ik voor de grootste schilder hou wat ze hier ook mogen zeggen. Ik hoop dat U nog eens een waar schilderij van me moogt zien, niet een van de velen die ik zal moeten maken en ook wel iets is, maar iets waarachtigsch grootsch. Allemaal verspild vuur.
quote of Breitner in a letter to his Maecenas A.P. van Stolk, 28 March 1882; original text in RKD-Archive, The Hague https://rkd.nl/explore/excerpts/597
before 1890
translation from the original Dutch, Fons Heijnsbroek
version in original Dutch (citaat van Breitner's brief, in het Nederlands:) Wat ik mij voorstel met de nieuwe cursus te doen is: 's morgens grootpleister en 's middags schilderen of naar de natuur teekenen. waarmede ik reeds eenige tijd bezig ben. en paarden in de Stadsrijschool. De Dir. daarvan is den Heer Krüger een alleraardigste duitscher, die nat. veel paarden gezien heeft en me dus de fouten weet te zeggen, die ik maak en die niet weinige zijn.
early quote of Breitner in his letter to his Maecenas A.P. van Stolk, 11 April 1878; original text in RKD-Archive, The Hague https://rkd.nl/explore/excerpts/585
before 1890
translation from the original Dutch, Fons Heijnsbroek
version in original Dutch (citaat van Breitner's brief, in het Nederlands:) Weet U wat ik nodig heb om een goed afgewerkt schilderij te maken? 2 jaar bij Gérome of zoo iemand op 't atelier te werken.. ..want dat is de enige manier om een goed schilder te worden. Dat gewurm, dan een aquarelletje dan een schilderijtje en eindelijk als ik daardoor zo veel verdiend heb dat ik zou kunnen studeeren ben ik te oud en te beroerd geworden.
In his letter to A.P. van Stolk, nr. 51, c. 1884; RKD-Archive, The Hague; as cited in master-thesis Van Gogh en Breitner in Den Haag, Helewise Berger, University of Utrecht, The Netherlands, p. 29
Breitner responds to accusations from his Maecenas that he refused to learn from well-known Dutch painters how to finish his paintings well. In 1884 already Breitner started in the studio of Cormon in Paris
before 1890
The Hague, 1882
version in original Dutch (citaat van Breitner's brief, in het Nederlands:) De heer v.d. Kellen heeft mij na het zien van eenige schilderijtjes en een tekening, die ik eergisteren mee gebracht had, de verzekering gegeven dat er niet de minste kans bestaat hier iets van mij te plaatsen, tenzij dat het gekocht wordt door pressie een prettig vooruitzicht en ik geloof dat hij gelijk heeft want hij liet mij verschillende schilderijen zien en juist degenen die naar mijn begrippen de kunst 't meest nabij kwamen waren 't moeilijkst te plaatsen.. .Ben verbaasd en woedend geweest over de verregaande stupiditeit en pedanterie van dien heer (kunsthandelaar, Herman Deichmann). Alle schilderijen daar aanwezig waren beneden kritiek, waren enfin 't gewone duitsche Academietuig. (Den Haag, 1882)
Quote from Breitner's letter to A.P. van Stolk, undated c. Sept. 1882, (location: The RKD in The Hague); as quoted by Helewise Berger in Van Gogh and Breitner in The Hague, her master-essay in Dutch - Modern Art Faculty of Philosophy University, Utrecht, Febr. 2008]], (translation from the original Dutch, Anne Porcelijn) p. 69.
Following the advice of his maecenas Mr.van Stolk, Breitner had shown his work to two Dutch art-dealers; In this quote he later gives his report and his opinion.
before 1890
Mejufvrouw In een stukje over de Tent. in Arti zegt u dat het meerendeel van mijn inzending niet als studie bedoeld zijn. Ik weet niet wat u onder studie verstaat. Ik versta daar onder wat men direct naar de natuur schilderd om de toevallige toon kleur en lijn vast te houden. Na alles wat er van mij is. is dadelijk naar de natuur ervaren en zijn geen van allen [1:2] schetsen uit het hoofd gedaan na ontvangen indrukken voor eventuelen schilderijen. Ik meende u dat te moeten zeggen omdat u er dan misschien een anderen kijk op krijgt of u vind dat ze daarom verdienstelijker zijn of niet wil ik niet beoordeelen.. ..Hoogachtend uw GH Breitner
quote of Breitner in a letter to art-critic Grada Hermina Marius, 22 Feb. 1908; original text in RKD-Archive, The Hague https://rkd.nl/explore/excerpts/951
1900 - 1923
translation from the original Dutch, Fons Heijnsbroek
version in original Dutch (citaat van Breitner's brief, in het Nederlands:) Het is niet mogelijk dergelijke dingen te maken zonder hulp van photos. Hoe wil je dat ik een Amsterdamsche straat maak. Ik maak krabbeltjes in mijn schetsboek. als het kan een studie uit een raam. en een schets voor de details maar de keus. De compositie is toch van mij.
after 1886; quoted by Van Veen in G.H. Breitner : fotograaf en schilder van het Amsterdamse stadsgezicht', 1997, p. 28-29; as cited in Van IJs naar Sneeuw - De ontwikkeling van het wintergezicht in de 19de eeuw, Arsine Nazarian Juli 2008, Utrecht, p. 85
Breitner defended himself when he was criticized by his art-dealer in using photography for making his paintings
undated quotes
version in original Dutch (citaat van Breitner's brief, in het Nederlands:) Er was namelijk sneeuw gevallen en uit het museum [in Pittsburgh, Breitner nam deel aan een jury en maakte vanuit een raam aan de achterzijde van het Carnegie Institute enkele schetsen en begon aan een schilderij] had men een prachtig gezicht op een dal met een spoorweg, door wat loodsen, enz. Maar ik kon 't niet afkrijgen, en vandaag, zondag, was ik er weer heengegaan, maar toen was de sneeuw al zoo ver dat ik [er] niets meer van kon maken. Het is wel jammer. Anders had ik nog wat kunnen verkoopen misschien. [Het schilderij is in 1934 verkocht aan het Stedelijk museum Amsterdam.]
In Breitner' letter to his wife, 1909, from Pittsburgh; as cited in George Hendrik Breitner in Amsterdam, J. F. Heijbroek, Erik Schmitz; uitgeverij THOTH, Bussum, 2014, p. 22
Breitner took part in an art-jury in Pittsburgh in 1909. He started to make some sketches from a window at the back-side of the Carnegie Institute and later the painting]
1900 - 1923
translation from the original Dutch, Fons Heijnsbroek
version in original Dutch (citaat van Breitner's brief, in het Nederlands:) Dat schilderij met die man, die dronken man was eerst een soep-uitdeeling, die ik gezien had, en waarvoor ik ook die studies gemaakt heb, waarover je spreekt. Ook mislukt, eenvoudig door gebrek aan doorzetten. Ik heb nog wel een teekening van gemaakt, die V. Wisselingh nogal goed vond en naderhand aan een Amerikaan heeft verkocht, en niet weet waar gebleven is”, aldus Breitner.
In Breitner's letter to Jan Veth, 1901, RKD Den Haag; as cited in Van Gogh en Breitner in Den Haag, Helewise Berger, University of Utrecht, The Netherlands, p. 67
1900 - 1923
translation from the original Dutch, Fons Heijnsbroek
version in original Dutch (citaat van Breitner's brief, in het Nederlands:) Zaterdag avond was het een regenachtige avond. Ik heb daarvan geprofiteerd en [om] de heele avond op de Dam alles nog eens goed over te teekenen en Zondag mijn schilderij heelemaal overgeschilderd, de geele nare kleur is er heelemaal uit. Het is veel ruimer geworden, en ik geloof dat het er nu is. Toen mijn modelletje kwam, trof haar de verandering zoo erg dat het zei, hè meneer, nou is het schilderij mooi geworden. Ik zelf ben er erg mee in mijn schik, want het is geloof ik, heel goed.
quote of Breitner in a letter to his friend Herman van der Weele, Amsterdam, 14 June 1893; original letter in RKD-Archive, The Hague https://rkd.nl/explore/excerpts/54
1890 - 1900
translation from the original Dutch: Fons Heijnsbroek
version in original Dutch (citaat van Breitner's brief, in het Nederlands:) Ik vernam van Nol dat ge u tegenwoordig speciaal bezig houdt met vergrootingen [van foto's]. Ik zou je wel willen vragen als je soms een stuk heidegrond (voorgrond). voor me had, zou ik je zeer dankbaar zijn. Ik ben naml. aan een schilderij bezig met groote voorgrond. je hebt het misschien wel gezien, met die artillerie er op. Het moet een eenvoudig opglooiende grond [zijn]. Zonder veel tierelantijntjes van zand – etc niets anders dan heide..
In a letter of Breitner to Willem Witsen, undated, c. 1893-99; in the collection Royal Dutch Library, the Hague; as cited in master-thesis Van Gogh en Breitner in Den Haag, Helewise Berger, University of Utrecht, The Netherlands, p. 48
The two artists exchanged sometimes photos, using them as elements for their paintings
1890 - 1900
translation from the original Dutch, Fons Heijnsbroek
version in original Dutch (citaat van zijn brief aan nl:Jan Veth, in het Nederlands:) Bosboom heeft net zoo goed als een ander wel eens dingen afgepeuterd om aan geld te komen. daar ontsnappen maar heel weinig menschen aan.. .Het is bijna onmogelijk dat een artist die niet de gaaf heeft om tegelijk voor de verkoop te werken altijd heeft goede dingen te maken. omdat hij als hij geen geld heeft het moet verdienen. En hij zich zal moeten inspannen. Voor iets waar hij minst voor voelt. Dat nooit nalaten kan.. .De voorbeelden zijn voor 't grijpen. Als je soms iets over hem mocht schrijven hoop ik dat je dit ook in aanmerking zult nemen.
quote of Breitner in a letter to Jan Veth, Amsterdam, Fall 1891; original text in RKD-Archive, The Hague https://rkd.nl/explore/excerpts/80
Jan Veth wrote an memorial on Johannes Bosboom, shortly after Bosboom's death
1890 - 1900