version in original Dutch / citaat van J. H. Weissenbruch, in het Nederlands: Licht en lucht, dat is de kunst! Ik kan in m'n schilderijen, vooral in de luchten, nooit licht genoeg brengen.. .De lucht op een schilderij, dat is een ding! Een hoofdzaak! Lucht en licht zijn de groote toovenaars. De lucht bepaalt het schilderij. Schilders kunnen nooit genoeg naar de lucht kijken. Wij moeten het van boven hebben.
Quote of J. H. Weissenbruch; as cited in J.H. Weissenbruch 1824-1903, ed. E. Jacobs, H. Janssen & M. van Heteren; exposition-catalog, Museum Jan Cunen / Gemeentemuseum Den Haag, Zwolle 1999, pp. 227-233
Famous Jan Hendrik Weissenbruch Quotes
version in original Dutch / citaat van J. H. Weissenbruch, in het Nederlands: Als het stormt en regent, als het dondert en bliksemt ben ik in mijn element; de natuur moet men in werking zien. Dan buiten, trek ik mijn jekker aan, steek mijn voeten in klompen, zet een soort hoed op en ga op marsch. Als de buien bedaren, met houtskool of zwart krijt een krabbel gemaakt om vast te houden wat je ziet. Bij het uitwerken komen toon en kleur vanzelf in de herinnering.
Source: J. H. Weissenbruch', (n.d.), pp. 29-30
translation from Dutch, Fons Heijnsbroek, 2018
version in original Dutch / citaat van J. H. Weissenbruch, in het Nederlands: Ik herinner me, dat ik als jongen in onze museums voor de schilderijen van de oude meesters verstomd stond, zoals ze de natuur tot je lieten spreken. Als ik van iemand geleerd heb de natuur te zien dan is het van onze oude meesters. Maar het meest van de natuur-zelve.
in an interview with J.H. Rössing, at the end of his life, c. 1902; as cited in Eind goed Al goed, de carriere van J.H. Weissenbruch https://www.artsalonholland.nl/grote-meesters-kunstgeschiedenis/johan-hendrik-weissenbruch-haagse-school, by Sander Kletter
version in original Dutch / citaat van J. H. Weissenbruch, in het Nederlands: ..ik ben hier [in zijn atelier] de dokter die zijn morgen-visite brengt. Ik voel ze allen [zijn aquarellen] de pols. Tegen den een zeg ik, wacht ik zal voor jou een zalfje maken, daar je helemaal van opknapt. Tegen den ander: Vrind, jij hebt lucht nodig, en nog meer licht.
Source: J. H. Weissenbruch', (n.d.), p. 50
version in original Dutch, Weissenbruch tegen Anton Mauve: Hij teekent verdomd goed, ik zou naar zijn studies kunnen werken.
a remark to Anton Mauve, who asked Weissenbruch to visit Vincent van Gogh and see his work
Source: J. H. Weissenbruch', (n.d.), p. 44, note 1
version in original Dutch / citaat van J. H. Weissenbruch, in het Nederlands: Ik was een gezonde, stevige, vroolijke jongen, en maakte graag grote wandelingen in en om Den Haag.. ..Ik kreeg soms een klap van de Natuur. En als ik later die klap had, kon ik teekenen en schilderen, wat ik zag en gezien had. In een paar krabbels legde ik het vast.
Source: J. H. Weissenbruch', (n.d.), p. 21
Jan Hendrik Weissenbruch Quotes
as quoted by E. C. Cady, in 'The Art of Johannes Hendrick Weissenbruch' https://ia801702.us.archive.org/33/items/jstor-25540452/25540452.pdf, in 'Brush and Pencil, Volume 12', April 1904, p. 51
version in original Dutch: Weissenbruch tegen Vincent van Gogh: ..nu ik je werk gezien heb zal ik partij voor je trekken. Zij noemen mij ‘het zwaard zonder genade’, en dat ben ik ook, en ik zou zoo iets niet tegen Mauve over je gezegd hebben, als ik geen goeds gevonden had in je studies.
Source: J. H. Weissenbruch', (n.d.), p. 44, note 1
as quoted by E. C. Cady, in 'The Art of Johannes Hendrick Weissenbruch' https://ia801702.us.archive.org/33/items/jstor-25540452/25540452.pdf, in 'Brush and Pencil, Volume 12', April 1904, pp. 51-52
version in original Dutch / citaat van J. H. Weissenbruch, in het Nederlands: Heer en vriend Sala, - Het zalige genot door uwe vriendschap volop genoten.. .Toen ik gisteren weder de stad [Den Haag] had bereikt, had ik niet minder dan 12 maal de fluiten [vissen] uit den mand gelegt om dezen ten toon te stellen.. .Dien dag, vriend Sala, behoord onder de schoonste van mijn leven, alle oogenblikken hebben mij tot heden levendig gehouden, altijd zittende [vissen] in den boot, schommelende met den dobbers in 't gezicht..
Source: J. H. Weissenbruch', (n.d.), pp. 34-35